woensdag 17 november 2021

DE JONGE JAREN


Red Nichols


 Als je kijkt naar de geboortedata van de topmuzikanten uit de twintiger jaren, zoals bijvoorbeeld Red Nichols, Jack Teagarden en Bix Beiderbecke, allen geboren rond 1905, dan is het opvallend dat ze op jonge leeftijd al de top in hun vak hadden bereikt.Vaak kwamen ze uit een muzikale familie en kregen ze een gedegen muzikale opleiding. Nichols kreeg op 5-jarige leeftijd trompetles van zijn vader, die docent was aan een muziekschool. Op 12-jarige leeftijd speelde hij in de brassband van zijn vader. Op zijn zeventiende maakte Red Nichols zijn eerste plaatopname. Hij was net zo goed in muziek lezen als in improviseren, klaar voor een lange carrière in de Amerikaanse entertainmentbusiness. Klaar voor een nieuwe muziekvorm: de jazz, de nieuwe muziek van de jeugd. Overal werden jazzbands opgericht, nieuwe vormen van dans ontstonden en jazz werd de popmuziek van de Roaring Twenties.

Hoe was dat in Europa? Via de grammofoonplaat en de bladmuziek bereikten de eerste tonen van deze nieuwe trend ons werelddeel. In Engeland trad al in 1917 een Amerikaanse jazzband op, de Original Dixieland Jazzband , De nieuwe muziek werd ook in Londen een rage. En in Nederland? Voor de Tweede Wereldoorlog waren er enkele bestaande dansorkesten die jazznummers in hun repertoire opnamen. Het bekendst werden The Ramblers die in de twintiger jaren van start gingen in een dixieland bezetting en daarmee plaatopnamen maakten. De grootste populariteit ontstond na de oorlog, toen de muziek mee kwam met de geallieerden. Hoewel de jaren vijftig te boek staan als een rustige periode, waarin de wederopbouw en de geur van spruitjes hand in hand gingen, was de revival van de jazz onmiskenbaar. Het leidde zelfs tot rellen, waarbij in Tivoli Utrecht, bij een optreden van de The Rivertown Dixieland Jazz Band de stoelen door de lucht vlogen en de politie de zaal moest ontruimen. Het is haast niet meer voor te stellen maar dixieland was de muziek van de jongeren. Daar kon je op dansen, swingen en sjansen. De behoefte daaraan was na de oorlog erg groot! Er werden overal jazzbands opgericht. Den Haag werd het centrum, maar ook in Brabant en de IJsselstreek en andere provincies werd jazzmuziek populair. In de slipstream van de Dutch Swing College Band ontstond de eerder genoemde The Rivertown Dixieland Jazz Band bestaande uit muzikanten uit Zutphen en Deventer. Na het winnen van het prestigieuze Loosdrecht Jazzconcours in 1961 verwierven zij nationale bekendheid. De band kreeg een platencontract bij Phonogram en verscheen regelmatig op radio en televisie, onder meer als begeleidingsorkest van zangeres Anneke Grönloh.

vlnr: H.Kip, P.Vromen, H.Bruggink
In Zutphen, waar ik vandaan kom, wisten weinig mensen iets van jazz. Behalve dan de leerlingen van het naast elkaar staande Baudartius en Stedeliijk Lyceum. Zij vormden  de Spanish Gate Jazz Group, genoemd naar de Spaanse Poort die midden tussen de lycea stond als overblijfsel van de stadsmuur uit de middeleeuwen. Geïnspireerd door de Rivertown, de Dutch Swing College en Bix and the Gang verzorgde de band twee jaar lang (1962-1963) de muziek voor de schoolfeesten. Bezetting, naast mijn rol als beginnend trombonist: Paul Vromen cornet, Herman Bruggink, de latere klarinettist van de Amsterdamse Animal Crackers, Karel Bosch-piano, Henk Hemmes-banjo, Marius van Pelt-bas en Ronnie Meijboom-slagwerk  

vlnr: G.Hondelink,H.Kip, T.van Huizen, Achter: T.Hartgens, 
K.Kanaar, J. Roelvink
In dezelfde periode promoveerden Ronnie Meijboom en ik naar de Carpet Town Jazz Band uit Deventer. Geen schoolband maar een echte jazzband met een manager. Als huisrkest van Hotel de Wereld in Deventer traden we iedere zondagmiddag op voor een enthousiast jong danspubliek.Vaste bezetting: Teun Hartgens-trompet, Gerrit Hondelink-klarinet, Hans van Tongeren- piano, Jan Roelvink-banjo, Tako van Huizen-bas en Frans Kanaar (latere vervanger van Ronnie Meijboom) en ik als trombonist. Manager Harry Groot-Hulze regelde een zaaloptreden met Willeke en Willy Alberti (dat kostte ons geen moeite) en een studio-optreden voor de Vara radio microfoon in 1964/1965. Trompettist Teun Hartgens ambieerde een full-prof carrière in de muziek, maar koos later toch voor een opleiding en functie bij een bank. Hij werd manager van de Bondsspaarbank in Deventer. In 1986 kwam hij helaas bij een bankoverval om het leven. De overvaller kreeg een levenslange gevangenisstraf.

vlnr:J.deWit.W.Roozeboom,B.vanGinkel
W.Lubbers,G.Emsbroek,H.Kip 
  
In 1965 zat ik weer in een 'schoolband'. Dit keer in het Nijenrode Castle Combo, het studentenorkest van het Nederlands Opleidngsinstituut voor het Buitenland in Breukelen. Met dit combo wonnen we het concours voor Nederlandse studentenorkesten. De hoofdprijs was meevaren als scheepsorkest met de 'Groote Beer' van de Holland-Amerika Lijn naar New York. Bezetting: John de Wit-vocalist, Willem Lubbers-gitaar, Willem Roozeboom-basgitaar, Gerrit Emsbroek-piano en Bob van Ginkel-slagwerk. We speelden van alles wat: van toenmalige tophits tot dixieland. Dat viel niet altijd mee, spelen op een zwabberend podium, voor bier drinkende studenten, 12 dagen en 12 halve nachten lang. Ik zal de aankomst om 6 uur 's morgens in New York Harbour, varend langs het het Vrijheidsbeeld en Ellis Island, nooit vergeten. Een unieke ervaring!

voor: E. Kramer,R.J.Heijtmajer,G.de Leeuw,G.Nielsen,midden
V.Varekamp, B.van Oort,G.Schennink,achter J.Dokter, H.Kip,.F.Kockelmann

Terug in Nederland kreeg ik de uitnodiging om als trombonist toe te treden tot een oude stijl  toporkest in Nederland de Training College Jazz Band. Weer een schoolorkest? Jazeker, maar ook een absolute topper. De band werd door Jan Dokter opgericht in 1956 als huisorkest van de Rijkskweekschool in Doetinchem en groeide uit tot een van de beste oude stijl jazzbands van Nederland. Op alle jazzconcoursen in Duitsland en Nederland werden finaleplaatsen behaald. De bezetting was: Jan Dokter-trompet, Gert Brouwer-klarinet, Ernst Krämer-saxen, Guido Nielsen-viool, Bert van Oort-banjo, Gerard Schennink-tuba, Gerrit de Leeuw-piano, Frits Kockelmann-slagwerk en Hans Kip-trombone. In 1968 kwam een EP uit die in het blad van de Haarlemse Jazzclub zo'n  lovende recensie van trombonist Frits Hots kreeg, dat we daar vandaag de dag nog heel trots op kunnen zijn. In 1971 werd de Nationale Dixieland Trofee in Geleen gewonnen. In 1973 kwam de LP Eye Like Music uit met als gasten zangeres Victoria Varekamp en saxofonist Ronald Jansen Heijtmajer. 

Ondertussen verschenen er donkere wolken aan de dixiehemel. Andere muzieksoorten werden populair ten koste van de dixieland. Rock-'n-roll overleefden de Dixielanders nog wel, maar tegen The Rolling Stones en The Beatles waren ze niet opgewassen. De jeugd viel in de jaren zestig en bloc voor beatmuziek, later pop en rock geheten. Er werd nog wel dixieland gespeeld, maar alleen ouderen, voor wie het de muziek uit hun jeugd was, liepen er nog warm voor. De muziek was uitgewerkt en te vaak een herhaling van zetten. Dixieland kreeg een wat negatieve klank. 

Heden ten dage is classic jazz, zoals je het beter kunt noemen, 'special interest' muziek geworden, net als bijvoorbeeld het Franse chanson of de Portugese fado. Live is classic jazz alleen nog te horen in enkele schaars overgebleven jazzclubs en op festivals, waar alleen de echte liefhebber er nog plezier aan beleeft. Ook het aantal bands is drastisch verminderd. Geen van de bovengenoemde bands bestaat nog. Op internationaal niveau zijn bijvoorbeeld Chris Barbers Big Band en Tuba Skinny nog actief. In Nederland  o.a. de Dutch Swing College Band en Andors Jazz Band. Gelukkig hebben we de platen nog! 

Bron : Clarinet Shuffle, Henk Kleingeld 2010