maandag 11 februari 2019
Tante Alie
Amsterdam kent helaas geen oude stijl jazzclub meer. Oude stijl jazz (of Dixieland) is in de stad een stille dood gestorven
Dat is wel eens anders geweest. Naast Lanx, de Jozef Lam Jazzclub en de Bamboo Bar bestond de Blokhut, te vinden op de Hoogte Kadijk 13.
Een zaaltje dat door de week werd verhuurd aan de ABPV, de Amsterdamse Politie Boksvereniging. Door boks training zou de politie zich beter kunnen verweren tegen vechtersbazen in de binnenstad.
Op zondagavond werd het zaaltje omgetoverd in een jazzclub, waar oude stijl jazzmuzikanten zich lieten horen. Langs de muren van het zaaltje stonden van die typische bruine café stoelen en tafels opgesteld. Achterin bevonden zich een buffet en een klein podium, dat met kratten en planken in elkaar werd gezet. Achter het buffet stond tante Alie, een fel Amsterdams wijfie, dat in mijn toenmalige ogen al op leeftijd moet zijn geweest.
Als gastheer fungeerde washboardspeler Herman Openneer. Een beminnelijke, rasechte Amsterdammer die nog bij zijn ouders woonde in de Chasséstraat. Zijn vader was kunstschilder. Herman maakte de lijsten.
De club was voor menig muzikant het eerste podium. Dat werkte als volgt :
Herman registreerde de binnengekomen muzikanten, te herkennen aan een eerder optreden of aan de meegebrachte instrumentenkoffers. Vervolgens werd met podium coördinator Ré Gruetters (meneer Ré zei tante Alie) afgesproken wanneer ze op het podium konden plaatsnemen. Daarbij werden een aantal regels in acht genomen. In de eerste plaats de bezetting. Oude stijl jazz wordt in principe gespeeld met een trompet, klarinet, trombone, banjo, tuba (bas) piano en slagwerk.
De heren musici zelf wisten wie qua stijl het beste bij elkaar pasten. Puur of revival ? Louis of Bix ? Beginner of gevorderde ?
Als een bezetting was gevormd, de nummers waren afgesproken en de toonaarden vastgesteld, werd er afgetikt en ging het los ! De volgorde van de solo's werd bepaald door met een vinger te wijzen of met het hoofd naar de volgende solist te knikken. De eindjes waren een probleem. Hoe duidelijk was de trompettist ? Gaf hij aan nog een chorus te willen spelen? Was het een dubbel of een enkel eindje? Het ging regelmatig fout. Ook het juiste volume werd niet altijd in acht genomen. Vooral trompettisten willen nog wel eens demonsteren hoe hard en hoog ze kunnen spelen.
Werd het te gek dan greep Tante Alie in met de kreet: 'Heren, kan het wat zachter ?'
De Blokhut was een prima school voor oude stijl jazz talent. Menige band, zoals bijvoorbeeld de Dixie Damslapers, de Animal Crackers, de Pink Elephants en Andors Jazzband zagen er het licht.
Er werd geen entree betaald. Herman ging, in zijn groen/ bruin gestreepte jasje, rond met een schoteltje waar het publiek ( vrienden, familie, liefhebbers) geacht werd 50 cent op te leggen.
Na afloop ging ik vaak mee naar Hermans ouderlijk huis om tot diep in de nacht 78 toeren platen te draaien. Bij hem hoorde ik voor het eerst de Amerikaanse trombonist Miff Mole. Hij vertelde ook allerlei verhalen over muzikanten. Bijvoorbeeld over een collega muzikant die, op een zondagavond na een bezoek aan de Blokhut, bij een vuilnisemmer in zijn straat een flinke stapel 78 toeren platen ontdekte. In de veronderstelling dat iemand van zijn verzameling af wilde, bekeek hij onder een lantarenpaal de platen. Het bleek Amerkaanse classic jazz te zijn. Paul Whiteman, Fletcher Henderson, Bix Beiderbecke enz.. Als een koning te rijk las hij niets vermoedend de labels, tot dat hij verbijsterd tot de conclusie kwam: 'dat zijn mijn platen!' Zijn vrouw had ze bij de vuilnis gezet, omdat ze genoeg van die muziek had. Het huwelijk heeft geen stand gehouden.
Ik heb in de Blokhut als jonge trombonist veel ervaring opgedaan. Alles begon met een briefkaart van Herman. Een uitnodiging om in de club te komen spelen. Hij had mij op een festival gehoord met de Training College Jazz Band uit Doetinchem. Later heb ik met deze band in de Blokhut als gastorkest opgetreden Ondanks de zenuwen speelden we de sterren van de hemel. Het publiek werd muisstil. Herman vertelde me achteraf dat de Amsterdamse muzikanten van hun stoel gevallen waren Niemand had verwacht dat die boeren uit de Achterhoek zo goed waren.
( zie voor de TCJB Youtube )
In 1968 had ik de geweldige ervaring om in diezelfde Blokhut een chase chorus te mogen spelen met Bill Rank, de trombonist van Bix Beiderbecke. Ook mocht ik achtergrondjes blazen bij het unieke optreden van zangeres Eve Taylor, de vrouw van Clarence Williams. Onvergetelijk !
Bedankt Amsterdam,bedankt tante Alie.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
we missen de blokhut
BeantwoordenVerwijderenLeuk om te lezen Hans te gek doorgaan!!
BeantwoordenVerwijderen
BeantwoordenVerwijderenLeuk om te lezen hans flip
Hi Hans,
BeantwoordenVerwijderenWow, mijn google zoektocht naar wellicht wat van de oude blokhut bewaarde fotos bracht me op jouw artikel.
Tante Alie is/was mijn Oma. Moeder van mijn vader :-. De blokhut was van Alie haar moeder (Mw de Wandeler). Ook mijn vader speelde veel in de Blokhut met zijn bandje De Sticks maar ook solo.
Wat zou ik graag in contact met je komen Hans om te horen of je wellicht nog foto's hebt uit die tijd.
Mijn vader is onlangs overleden en wat zou ik graag een foto uit die tijd vinden (wellicht zo rond 67 / 68). Mijn moeder Marga was daar ook veel (zwanger in 68 van mijn zus).
Een lieve groet
Cynthia Amelsbeek
0626892525
Hi Hans, erg leuk; herinner me ook wel dat het nieuwste nummer van het Doctor jazz magazine onder de aanwezige abonnees ( vrij ruim aanwezig) werd uitgedeeld door Herman. (scheelde toch weer porto
BeantwoordenVerwijderen