Afgelopen 2 maart is trombonist Chris Barber op 90-jarige leeftijd rustig in zijn slaap overleden. Zijn band was voor vele beginnende Nederlandse dixielandbands een voorbeeld. Het uit 1927 daterende Ice Cream werd zijn lijflied en staat nog steeds op het repertoire van vele bands over de hele wereld 'I scream, you scream, we all scream for Ice Cream' heeft bewust of onbewust bijgedragen tot het wat platte imago dat dixielandmuziek hier en daar opliep. Het werd door sommige bands te vaak gebruikt om een goedkoop succesje bij het soms teveel bierdrinkende publiek te scoren. Maar de deun bracht ook veel plezier. Wie was Chris Barber?
Donald Christopher Barber werd in 1930 geboren in Welwyn Hertfordshire alszoon van de econoom Donald Barber en onderwijzeres Hettie Barber-Dunne. Al op zevenjarige leeftijd kreeg hij vioolles. Toen hij 18 was, schafte hij zich een tweedehands trombone aan. Hij studeerde van 1951 tot 1954 aan de Londense Guidhall School of Music en begon tegelijkertijd een New Orleans jazzband met Monty Sunshine op klarinet, Lonnie Donegan op banjo, Jim Bray als bassist en Ron Bowden als drummer. Later kwam Pat Halcox op trompet erbij en werden de eerste successen geboekt. De toenemende populariteit noopte Pat Halcox om te stoppen; hij wilde geen beroepsmuzikant worden en werd opgevolgd door Ken Colyer die ook de leiding van de band kreeg. Colyers puristische opvattingen over New Orleans jazz leidde tot wrijving. De trompettist hield het bij de stijl van Bunk Johnson en George Lewis, terwijl Barber en de andere bandleden er een bredere opvatting op nahielden. Colyer stapte op en Barber nam de leiding weer over. Hij haalde Pat Halcox terug en samen werkten ze aan een concept dat een mix was tussen technische perfectie en het bluesgevoel en enthousiasme van de New Orleans straatmuzikanten.
In 1954 kwam de doorbraak. Banjoïst Lonny Donigan zorgde voor afwisseling tijdens de optredens. Hij zong met begeleiding van Chris Barber op bas en de rest van de ritmegroep een aantal solo nummers die skiffle muziek werd genoemd. Het nummer Roch Island Line werd uitgebracht op de plaat, waarvan er in Engeland een miljoen werden verkocht. De muziek van Donegan inspireerde de Beatles later tot de oprichting van een eigen skiffle groep: 'The Quarry Men'. In 1957 had de Barber band een mega hit met Petite Fleur. Dit nummer van Sidney Bechet stond in Nederland twee maanden als nummer 1 op de hit parade. In 1959 werd de Noord-Ierse blueszangeres Otillie Patterson mevrouw Barber. Ondertussen richtte Chris met een zakenpartner de Londense Marquee club op, waar iedere popband, van David Bowie tot Fleetwood Mac, optrad. In 1961 trad Chris Barbers Jazz band met heel veel succes op in een uitverkochte Royal Albert Hall in Londen. Van dit concert zijn opnamen gemaakt en op grammofoonplaat uitgebracht, inclusief de uitzinnige reacties van het publiek. Rond deze tijd trad bluesgitarist John Slaugter tot het orkest toe, dat voortaan de Chris Barber Jazz en Bluesband werd genoemd. Ook werd er gospelrepertoire aan de band toegevoegd. In de jaren zestig nam de populariteit van de traditionele jazz onder druk van de rock en roll wat af. Chris kreeg concurrentie van o.a. Kenny Ball, Mr. Acker Bilk en de Nederlandse Dutch Swing College band. De Barber band bleef echter populair vanwege het brede repertoire in jazz en blues. Amerikaanse bluesartiesten, zoals Big Bill Broonzy, Sonny Terry en Muddy Waters, werden op kosten van Barber naar Engeland gehaald en traden als gastsolist met de band op. In 1967 nam de band Cat Call op, een compositie van Paul McCartney, die op de plaat orgel speelt. Chris Barbers Jazz Band was in Amerika te zien op tv in de Ed Sullivan Show. De band werd er geroemd om diens muzikaal vakmanschap, enthousiasme en amusementswaarde, maar ook om het respect voor de Amerikaanse muzikale grondleggers van de jazz en blues. Chris Barber streefde er steeds naar om de vroegste jazz- en blues tradities uit New Orleans te verbinden met nieuwere ontwikkelingen, zoals de muziek van Charles Mingus, Van Morrison John Mayall, Eric Clapton en de Rolling Stones. "Zonder Chris Barber," zei eens bassist Bill Wyman, "zouden de Beatles en de Stones niet zijn waar ze nu zijn."
Heel Europa werd het werkterrein van de band. Ook in Nederland traden ze regelmatig op, zoals in de destijds vermaarde Pauwkes Jazz corner in Beek en Donk. Diverse Nederlandse theaters werden vele seizoenen achtereen aangedaan. Na een optreden in de Stadsschouwburg in Haarlem had ik het genoegen om in de pauze een kort gesprekje met Chris te hebben. We hadden het over de moeilijkheidsgraad van de trombone en de voorkeur voor merken en types. Op mijn vraag wie zijn favoriete trombonist was, antwoordde hij: "Ik zou graag zo willen spelen als Miff Mole, maar er is een probleem: ik kan het gewoon niet!" Bij Tros Sesjun was hij een graag geziene gast en samen met platenbaas Wim Wigt produceerde hij 25 albums met classic jazz. Wigt zou ook nog jaren zijn impresario blijven. Regelmatig keerde Chris met zijn repertoire terug naar de muzikale erfenis van Duke Ellington. Hij haalde gastsolisten, zoals Duke Ellingtons klarinettist Rusell Procope naar Engeland om grotere arrangementen, vooral van Ellington repertoire, authentieker te kunnen uitvoeren. In 1991 kreeg Barber vanwegezijn verdiensten op muziekgebied de onderscheiding Officer of the Orde of the British Empire. In 1998 ging hij samenwerken met het orkest de Ellingtonians van Bob Hunt. Die samenwerking leverde uiteindelijk een nieuwe bezetting van 11 musici op. Het orkest kreeg een nieuwe naam: The Big Chris Barber Jazz Band en ging door met Hunt als tweede trombonist en arrangeur. Hunt is tevens de trotse eigenaar van een trombone die ooit toebehoorde aan de Ellington trombonist Tricky Sam Nanton. Luister naar de geweldige opnamen van The Spell of the Blues en Jubilee Stomp in deze nieuwe bezetting. De Big Band op z'n best! Toen Wim Wigt eens aan Chris vroeg hoe lang hij nog door wilde gaan antwoordde hij: "Zolang jij mijn concerten kan boeken!" De memoires van Chris Jazz me Blues, geschreven door Alyn Shipton, verschenen in 2014.
Op 12 augustus 2019 maakte zijn management bekend dat Chris Barber, na 70 jaar toeren, zijn loopbaan als actief musicus zou beëindigen. Hij was toen 88 jaar. Daarmee kwam een eind aan zijn dynamische, zeer herkenbare en stijlvaste trombonespel en de deelname aan zijn jazzband, die meer dan 15.000 concerten gaf in vijftig verschillende landen. De band van Chris Barber betekende veel meer dan alleen de vertolking van Ice Cream en Petite Fleur. Door de jaren heen werd een unieke bijdrage geleverd aan de authentieke jazz- en bluesmuziek. De band is gelukkig doorgegaan. Bob Hunt heeft de muzikale leiding en de presentatie is in handen van de Nederlandse klarinettist en saxofonist Bert Brandsma. Bedankt Chris, voor al die prachtige muziek !
Bronnen:
The Guardian, 2 maart 2021, Dagblad van het Noorden, 3 maart 2021, Newsblog 5 maart 2021, Nu Jazz, 5 maart 2021, Wikipedia, 5 maart 2021. .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten