Eén van de meest aangrijpende verhalen uit de geschiedenis van de classic jazz gaat over trombonist Irving Milfred Mole, geboren op 11 maart 1898. Zijn ouders, William en Elizabeth Mole, waren van oorsprong Engelsen en woonden in Roosevelt op Long Island bij New York. Thuis werd Irving kortweg Miff genoemd. Al heel jong kreeg hij van zijn vader vioolles; pa was van beroep huisschilder en speelde als bijverdienste viool in een orkestje dat stomme films begeleidde en feesten en partijen opluisterde. Miff verving zijn vader regelmatig en leerde zichzelf ondertussen piano spelen. Het was een zeer muzikale jongen, dat was duidelijk. Toen hij trombonisten hoorde in een brassband bij hem in de straat, besloot hij dat de trombone zijn instrument moest worden. Dat leerde hij door de noten eerst op de piano aan te slaan en ze dan op de trombone met de schuif op te zoeken. Zijn ervaring op viool kwam daarbij goed van pas, want de viool moet je op gehoor spelen en de trombone ook. Er zitten immers op de snaren geen merktekens die de noten markeren, net zo min als op de schuif,
Vanaf zijn zestiende jaar nam hij professioneel tromboneles. Hij hoorde en speelde de eerste jazz in cafés en restaurants. Op zijn achttiende werd hij trombonist van The Original Memphis Five, een vijf mans band, naar voorbeeld van de Original Dixieland Jazz Band. Ze kregen een contract in de Harvard Inn, waar Al Capone de uitsmijter was. Tijdens een pauze ontstond er een schietpartij; Miff vond zijn trombone terug met een kogelgat in de beker.
Miff en Red Nichols |
Bij Chris Barber en Roy Williams, hedendaagse classic jazz trombonisten, bracht ik een paar jaar geleden Miff Mole ter sprake. Op mijn vraag of ze wel eens zijn solo's hadden uitgeprobeerd, kreeg ik als antwoord van Chris Barber: "I tried, but I simply cannot do it."
Miff noemde de trombone niet voor niets zijn 'rattle snake'.
Naast muzikaal ging het ook financieel heel goed. Miff verdiende bakken met geld, maar gaf het ook snel weer uit. Hij ging bijvoorbeeld de deur uit voor een schroevendraaier en kwam terug met een peperduur Pierce-Arrow automobiel.
In de dertiger en veertiger jaren bleef hij een veel gevraagde muzikant. Niet alleen in de jazz bij de orkesten van Paul Whiteman en Benny Goodman, maar ook bij het NBC Symphonic Orchestra, waar hij speelde als tweede trombonist. Wanneer de dirigent tijdens een repetitie niet tevreden was over de trombonesolo van de eerste trombonist in de Bolero van Ravel, nam Miff de partij vlekkeloos over.
Het succes maakte van hem geen prima donna, in tegendeel: Miff, bescheiden van karakter en met het uiterlijk van een dominee, zou anoniem de geschiedenis in zijn gegaan, ware het niet dat zijn legendarische trombonecapaciteiten dat hebben verhinderd. Toen in 1958 de film 'The Five Pennies' werd opgenomen met Danny Kaye in de rol van Red Nichols, werd Miff niet eens genoemd, laat staan dat hij te zien was. Het liet hem onberoerd.
In de jaren daarna vormde hij zijn eigen Dixieland Jazz Band en trad hij regelmatig op in clubs in New York en Chicago. Daarnaast besloot hij om trombonelessen te gaan geven. Hij kreeg over de vijftig leerlingen.
Toen ging het mis. Zijn gezondheid liet hem in de steek. Door een val met schaatsen in zijn jeugd, had hij problemen gekregen met zijn heup. Hij moest twee operaties ondergaan en kreeg een prothese. Het kwam niet goed. Hij liep met krukken en later met een stok. Zijn heupspieren waren niet sterk genoeg. Tot overmaat van ramp volgde een dubbele hernia en kreeg hij problemen met zijn maag en keel. Hij moest meerdere operaties ondergaan, acht in totaal en was niet verzekerd. Zijn financiële reserves smolten als sneeuw voor de zon. De trombone bleef een tiental jaren onbespeeld.
In 1960 werd het jaarlijkse Newport Jazz Festival georganiseerd. De organisatie, onder leiding van jazzpromotor George Wein, vroeg Miff Mole als gastsolist. Die voelde zich beter en had deelgenomen aan een fotosessie in Harlem, waar alle prominente New Yorkse jazzmuzikanten gezamenlijk op de foto gingen voor een reclamecampagne. Op het Newport Festival zou hij zondagavond optreden bij de band van trompettist Red Allen. Toen het contract was getekend, haalde Miff zijn trombone weer tevoorschijn, bouwde embouchure op en was klaar voor een comeback op het beroemde Newport Jazz Festival met uitzendingen op radio en televisie. Het festival duurde drie dagen en begon op donderdag in het Freebody Park. Op zaterdagavond kwamen er twaalfduizend bezoekers, waarvan sommigen teveel dronken. De boel liep uit de hand. Het concert werd afgelast. Opgeschoten jongelui gooiden met stenen en bierglazen. De politie gebruikte traangas. Om twee uur 's nachts veegde de Nationale Garde het park schoon.
Zondagmorgen om 09.00 uur kwam het Gemeentebestuur van Newport in spoedzitting bijeen. Men besloot het festival te beëindigen. Nog diezelfde morgen werd het festivalterrein opgeruimd. In de nog overgebleven perstent zat een man gebogen op een klapstoel, steunend op een wandelstok met naast zich een trombonekoffer. Het was de tweeënzestig jarige Miff Mole. Niemand schonk aandacht aan hem. Hij was gekleed zoals oudere mensen vaker deden: verschillende kledingstukken over elkaar.
Miff vroeg om een sigaret en widel de festivalleiding spreken. Een journalist, die Miff herkende, realiseerde zich dat Miff wellicht niet naar de radio of TV had geluisterd en daarom niet wist dat het festival was afgelast. Na veel heen- en weer gepraat, waarbij Miff nog zei dat hij weken had geoefend en zijn lip in prima conditie was, werd hij begeleid naar de bushalte en keerde onverrichter zake terug naar New York, hevig teleurgesteld.
Enige tijd later zag een oud-leerling van hem dat hij op straat, in de buurt van Broadway, zakjes pretzels stond te verkopen. Dat werd overigens later, in mijn correspondentie met een neef van Miff, ten stelligste ontkend. Een fan van Miff, Jack Cristal, de vader van de latere TV komiek Billy Christal, besloot een benefietconcert voor hem te organiseren. Benny Goodman bood zich aan om een band formeren. Na wat uitstel werd de datum uiteindelijk bepaald op 22 mei.
Zover is het nooit gekomen.
Op 29 april 1961 kreeg Miff Mole een beroerte. De trombonist der trombonisten overleefde dat niet. Mister Perfection Himself overleed in zijn appartement op 250 West 88th Street, voordat medische hulp arriveerde. Vanwege een nog uitstaande schuld werd zijn trombone door de gemeente New York in beslag genomen. Na voldoening van de schuld door de familie, werd het instrument vrijgegeven. Het is niet bekend of een plan om later alsnog een benefiet concert voor zijn vrouw Alma te organiseren, is doorgegaan. Ik betwijfel het. Eén ding is zeker. Ook ik ben, tot op de dag van vandaag, niet in staat om zijn solo's foutloos na te spelen.
Bronnen: Lost Chords, Richard Sudhalter New York 1999. Down Beat, Bouquet to Miff Mole, 1951. Record Research, Richard Dupage 1961.The Great Jazz Day, Charles Graham New York, 1999. Correspondentie met Bob en Jackie Raynor, Roosevelt Long Island, 2013
For an in-depth study of the Original Memphis Five, see:
BeantwoordenVerwijderenhttp://www.vjm.biz/178-om5-part-1-internet.pdf
http://www.vjm.biz/179-om5-part-2.pdf
http://www.vjm.biz/181-om5-part-3-internet.pdf
http://www.vjm.biz/optima---part-4---internet.pdf