zaterdag 11 mei 2019
Roze olifanten in Amerika
De Walt Disney Studios in Los Angeles hadden een heel team illustratoren in dienst die de tekeningen maakten voor beroemde films, zoals Sneeuwwitje, Bambi en Jungle Book.
In hun vrije tijd vormden deze tekenaars een jazzband die vanaf 1955 speelde op feesten van de studio. De Firehouse Five Plus Two, uitgedost in brandweerkostuums, werd populair in Californië.
Hun plaatopnamen werden later ook in Europa uitgebracht op het Good Time Jazz label.
De sopraansaxofonist van de band, George Probert, werd bij een bezoek aan Nederland in 1974 uitgenodigd om als gastsolist op te treden op het Breda Oude Stijl Jazz Festival.
George ging ook naar Amsterdam en logeerde bij slagwerker Herman Openneer. Herman was achteraf gezien niet zo verguld met die logeerpartij. George, een corpulente man, had de gewoonte om bij nacht en ontij de koelkast te plunderen. Oude kaas, knakworst en Heineken bier waren niet aan te slepen. Herman speelde in die tijd in de Pink Elephants (in het Engels is een pink elephant een hallucinatie door overmatig alcohol gebruik!) De band was het huisorkest van de Sherry Bodega 'de Gravin' in Haarlem, waar tweemaal per week de pannen van het oude dak werden gespeeld.
George ging met Herman mee naar deze bodega en trad er op met de Pink Elephants. Ik speelde trombone en herinner me dat George, laten we zeggen, een goed gevuld volume op de sopraansax produceerde.
Terug in Amerika bleek dat George het prima naar zijn zin had gehad in Haarlem. Op zijn aanbeveling kregen de Pink Elephants een uitnodiging om te spelen op het Sacramento Dixieland Jubilee 1980, het grootste oude stijl jazz festival in Amerika met 77 bands en diverse gastsolisten zoals Teddy Wilson, Nick Fatool en Eddy Miller. In 1979 waren er 100.000 betalende bezoekers. Dit alles speelde zich af in Old Sacramento, een in oude staat hersteld goudzoekers stadje met saloons, sheriff's office en paardenstallen.
Er was één probleem: de reiskosten van en naar Sacramento waren voor de band, de kosten in Amerika voor het festival. De festivalwinst werd na afloop verdeeld onder de muzikanten. Ik vroeg bedenktijd. Hoe financier ik vijf retourtickets voor Remco van der Gugten: tenor- en sopraansax, Dick Klijn: banjo, Pieter Klop: sousafoon, Herman Openneer: wasbord en voor mijzelf op trombone?
Ik werkte in die tijd voor een reclamebureau in Amsterdam. Een nieuwe klant, Transamerica Airlines, organiseerde een openingsvlucht naar Los Angeles op 14 mei. Het festival vond plaats van 23 t/m 26 mei. Ik maakte een afspraak met de baas van de luchtvaartmaatschappij en bood hem een gratis orkest aan in ruil voor vijf tickets. Deal ! Heen 14 mei, terug 27 mei. We speelden op Schiphol, in Ierland op Shannon Airport en aan boord tijdens de vlucht hoog boven de oceaan.
Op 17 mei hadden we in Los Angeles onze eerste schnabbel. De Amsterdamse bokser Pedro van Raamsdonk bokste die dag in het stadion van de Pepperdine University. Op zijn verzoek traden wij op in de ring voordat de match begon. Tribunes vol met hoofdzakelijk Afro-Amerikaanse studenten zaten te swingen op ons openingsnummer 'I'm looking over a four leaf clover'. Pedro verloor op punten. Na afloop vroeg een student: "What kind of music is this, sir?"
Op zaterdag 18 mei speelden we voor de Los Angeles Jazzclub in de Cristal Ballroom van het Haciënda Hotel. Drie dagen later werden we in Sacramento verwacht. In de tussentijd huurden we een auto om een bezoek aan Mexico te brengen. Voor de terugweg sloegen we wat Mexicaans bier in. Dat hadden we niet moeten doen. De heren bandleden moesten plassen en verzochten me ergens langs de weg te stoppen. Even later stopte er een Amerikaanse politie auto, compleet met blauw zwaailicht, net als in de film. Het ging als volgt: Chauffeur uitstappen, papieren laten zien, handen op het dak, fouilleren.
Officer: "Wat is hier aan de hand?
Ik: "We moesten pissen."
Officer: "Waar?"
Ik: "Daar in de bosjes."
Officer: "Show me."
Ik liet hem de plek zien. De aarde was van al dat geplas nog vochtig. Hij geloofde me, gaf me de papieren terug, en een bon voor het negeren van een stopverbod. We mochten doorrijden.
We vlogen woensdag 21 mei van Los Angeles naar Sacramento.
De volgende avond speelden we om en om met Papa Bue's Viking Jazz Band op de kennismaking party van 1100 festival vrijwilligers. Op vrijdag begon het 4 dagen durende festival.
De organisatie was perfect.77 orkesten wisselden ieder anderhalf uur van podium. Ieder optreden begon op tijd. Met altijd een aandachtig luisterend, keuvelend en soms dansend, wat ouder publiek. Het was een geweldig aanbod van oude stijl jazzmuziek in de meest uiteenlopende vormen, van een hoog tot zeer hoog niveau. Er waren bands afkomstig uit alle staten van Amerika. Slechts 6, waaronder wij, kwamen van elders. Na afloop van de dagelijkse programma's werd er op sommige plekken in the Old Town tot in de vroege morgen gejammed. We waren duidelijk in het land van de jazz. Tenslotte hebben de Amerikanen het uitgevonden. Opvallend was wel dat er vrijwel uitsluitend blanke muzikanten aan het festival deelnamen.
Wat de Pink Elephant Serenaders (onder die naam werden we gepresenteerd) betreft, hebben we in Amerika op de top van ons kunnen gespeeld. In totaal 13 keer op het festival en 4 keer elders. We hadden veel succes met ons repertoire en we speelden de complete nummers dat wil zeggen met verse, chorus en vocals, zoals oorspronkelijk gecomponeerd. De bezetting van sousaphone, wasbord, banjo, sax en trombone leverde een speciale sound op.
De Elephants zijn actief geweest van 1971 tot 1985 met als hoogtepunt de deelname aan dit Sacramento Dixieland Jubilee, een uniek festival, dat helaas niet meer bestaat.
Was het dan toch een hallucinatie door overmatig alcoholgebruik?
Bron: Pieter Klop, overzicht 11 jaar Pink Elephants
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten